11 januari 2016

Zzzzzschaatsen

Het Europees kampioenschap allroundschaatsen zit er weer op. Traditioneel werd dit kampioenschap in een amper voor de helft gevulde schaatshal afgewerkt waarbij de sfeer in het stadion nog lager lag dan de temperatuur van de ijsvloer. Elk uur werd het toernooi een half uur onderbroken vanwege dweilpauzes die moeiteloos werden gevuld met het gepraat van presentator Henri Schut en zijn analisten Erben & Rintje. Daarbij viel het me vooral op dat men het over randzaken had. Logisch, want over de kern viel weinig interessants te vertellen of analyseren.


En dan de tien kilometer. Een kwartier lang kijken naar één deelnemer (de ander rijdt meestal ver erachter) waarbij de verslaggevers pogen om het spannend(er) te maken door zich dood te analyseren op elke rondetijd. Of ze dit nu expres doen of dat ze daadwerkelijk een enorm bord voor hun kop hebben weet ik niet, feit blijft dat na drie afstanden je geen Nostradamus hoeft te heten om te voorspellen wie er met de eindzege in het klassement vandoor gaat. Tijdens de ritten van de mindere goden werden er ook nogal veel shots gemaakt van de rijders die op het middenterrein zich aan het voorbereiden waren. Niet gek als je bedenkt dat de hele regie van het toernooi in handen is van de NOS.


Wat me in het algemeen ook opvalt aan de tien kilometer: het gebeurt maar al te vaak dat schaatsers uit 'exotische' schaatslanden bij een EK of WK voor het eerst in hun leven een tien kilometer rijden. Ik snap dat dergelijke afstanden fysiek belastend kunnen zijn voor zeer jonge rijders, maar ben je niet enorm amateuristisch bezig als je voor een allroundkampioenschap één van de wedstrijd afstanden niet of nauwelijks in wedstrijdverband hebt gereden?


Mocht de tien kilometer behouden moeten blijven als slotstuk van een allroundkampioenschap, dan moet deze een andere opzet krijgen. Mijn voorstel: maak van de 10 kilometer aan het eind van het toernooi één race waarin de leider in het klassement als eerste mag starten. De nummer twee van het klassement mag dan het aantal seconden dat hij/zij achter staat in het klassement later starten waarna de nummer drie daar weer achter start enzovoort. Voordelen van deze opzet:
- meer strijd omdat deelnemers precies kunnen zien wat hun achterstand is;
- geen 'voorkennis' meer qua tijd voor degenen die normaal gesproken in de laatste rit rijden
- een kortere zit voor de TV-kijker omdat deze zich niet meer door zes ritten van een kwartier hoeft te kauwen.

Een ander verbeterpunt waar het schaatsen zelf al mee aan de slag wil gaan is het minder vaak organiseren van wereld- en continentale kampioenschappen:


Met die stap volgt het schaatsen (eindelijk) grote sporten als atletiek en zwemmen. Op deze manier creëer je wat meer schaarste aan kampioenschappen waardoor deze meer waard worden en dus interessanter worden, zowel voor sporter als voor het publiek. Ook zullen de sporters meer hetzelfde piekmoment kiezen waardoor kampioenschappen een hoger niveau krijgen.

Wellicht is het ook een idee om een sportmarketingbureau te laten kijken naar de opzet van schaatstoernooien. Afgelopen jaar heeft het Nederlandse sportmarketingbureau TIG het EK shorttrack in Dordrecht onder handen genomen waarbij de volgorde van het wedstrijdprogramma voor het eerst in jaren werd aangepast. Of de volle tribunes bij dat toernooi er een direct gevolg van waren is natuurlijk moeilijk te zeggen, feit blijft dat  het EK shorttrack een geweldig toernooi werd met dito sfeer. Een sfeer die bij het langebaanschaatsen al heel lang niet meer voorbij is gekomen...

Geen opmerkingen: